bijbel

Mozes deel 2

Luisteren


Lezen

De nieuwe farao van Egypte was helemaal niet blij toen hij zag hoe groot het volk Israël was geworden in zijn land. Hij bedacht toen dat vreselijke plan, weet je dat nog? Dat alle jongetjes verdronken zouden worden? Zo erg… 

Maar, de vorige keer heb je gehoord dat er één moeder was die haar zoontje niet liet afpakken. Zij bedacht een plan om haar kindje in leven te houden. Ze maakte een biezen mandje, legde haar zoontje erin en bracht het samen met haar dochter Mirjam naar de rivier de Nijl. Ze legde het mandje in het riet. Ze vertrouwde op God en ze wist het zeker. God zou helpen, God zou voor haar zoontje zorgen.

Ze keek nog één keer naar het mandje en ging toen naar huis. Mirjam bleef bij de rivier om te kijken wat er zou gebeuren. Daar stopte het vorige verhaal.

Mirjam was nog steeds bij de rivier, toen ze zag dat er een groepje vrouwen aankwam. Het was de dochter van de farao, de prinses met haar dienstmeisjes. Ze kwam daar elke dag om zich te wassen, om een bad te nemen in de rivier de Nijl. Mirjam verstopte zich snel en keek op een afstandje toe. Ze was best wel een beetje bang. Wat zou er gaan gebeuren.

Plotseling zag de dochter van de farao het biezen mandje in het riet. “Wat is dat nou?”, zei ze tegen de dienstmeisjes. “Een mandje? Wat zal daar nou in zitten. Breng dat mandje eens naar mij toe!”, zei ze. Eén van de dienstmeisjes bracht het mandje bij de prinses en toen de prinses het mandje opendeed, zag ze het kleine jongetje liggen. Hij huilde en ze kreeg meteen medelijden met hem. “Ach, wat zielig. Zo’n klein, schattig ventje. Het is een Israëlitisch jongetje. Stil maar jochie”, zei ze. De prinses wist natuurlijk ook meteen dat dit jongetje gevaar liep. Dat vond ze heel verdrietig. Ze wilde niet dat dit jongetje gedood zou worden. Ze nam het jochie in haar armen en ze wilde hem eigenlijk wel heel graag als haar eigen kindje houden. Maar het kindje begon weer te huilen. “Wie moet er nou voor hem zorgen”, zei de prinses.

Op dat moment wist Mirjam wat ze moest doen. Ze kwam snel naar voren, maakte een diepe buiging en zei tegen de prinses: “Prinses, ik weet wel een oplossing. Zal ik voor u op zoek gaan naar een Israëlitische vrouw die het jongetje de borst kan geven? Hij huilt vast zo hard omdat hij honger heeft.” Vol verwachting keek ze de prinses aan.

“Ja, dat is een goed idee, doe dat maar snel”, zei de prinses.

Toen rende Mirjam naar huis en gooide de deur open. “Mama, mama kom snel. De prinses heeft onze baby gevonden en nu zoekt ze iemand die hem de borst kan geven”. De moeder was natuurlijk heel erg blij toen ze hoorde wat er gebeurd was. Ze sprong op en rende met Mirjam mee naar de rivier.

De dochter van de farao zei tegen haar: “Wilt u dit kindje meenemen en hem voor mij de borst geven? Ik heb hem hier gevonden en ik wil hem graag houden, maar ik kan hem zelf geen melk geven.

“Jawel hoor, dat kan ik en dat wil ik ook wel doen”, zei de moeder. “Ach, wat een lief jongetje”, zei ze.

“Ik zal u er ook geld voor geven”, zei de prinses. En ik zal een paar soldaten sturen zodat ze goed op jullie kunnen passen. “Als het jongetje groot genoeg is, wil ik dat u hem bij mij in het paleis brengt. Dan wordt hij mijn zoon. En zo gebeurde het. De moeder ging samen met Mirjam naar huis en ze mochten het jongetje meenemen. Daar gaf de moeder hem de borst. Zo kon de moeder toch nog voor haar eigen zoontje zorgen. Ze hoefde niet meer bang te zijn.

Het reddingsplan was goed gelukt, gelukkig maar. God had haar zoontje teruggegeven, hij mocht blijven leven! God had vast een groot plan met hem.

Na ongeveer drie jaar, toen het jongetje groot genoeg was geworden, moest ze hem wel naar het paleis van de farao brengen. Dat had ze beloofd aan de prinses. Dat was natuurlijk helemaal niet fijn, want dan zou ze haar zoontje toch nog weer missen en misschien wel niet meer kunnen zien. Maar ze had het beloofd en ze was al lang blij dat haar zoontje nog leefde.

Ze bracht hem naar het paleis van de farao en de prinses nam hem aan alsof het haar eigen zoon was. De prinses gaf het jongetje toen ook een naam. Ze noemde hem Mozes, want die naam betekent ‘Uit het water getrokken of gered’. Mozes bleef in het paleis wonen en groeide daar op tot een volwassen man. Hij ging goed met hem. Hij ging naar de beste school en hij kreeg de mooiste kleren. En toch, toch vergat hij nooit het gezicht van zijn lieve moeder. En wat denk je, zal hij later de God van Israël ook kennen? Vast wel, dat kan toch haast niet anders? 


Kijken