bijbel

Abraham deel 9

Luisteren

Kinderbijbel
Kinderbijbel
Abraham deel 9
Loading
/

Lezen

De twee engelen waren aangekomen bij de stad Sodom. Het was al avond en Lot zat bij de poort van de stad. Toen hij de twee engelen zag aankomen, stond hij op en liep naar hen toe om ze te begroeten.
met dank aan: gospelimages.nl

Lot boog zich diep en zei: “Wees welkom heren, wilt u met mij mee naar huis gaan, zodat u zich kunt wassen en de nacht kunt doorbrengen?” Maar de engelen zeiden: “Nee hoor, dat is niet nodig. Wij blijven vannacht op de straat”. Lot dacht na en werd een beetje ongerust, want hij wist dat het ’s nachts niet echt veilig was op straat. Zeker niet voor vreemdelingen. Daarom bleef hij aandringen en zei nog een keertje tegen de engelen: “Overnacht toch alstublieft bij mij in huis, dan kunt u morgenvroeg weer verder gaan”. De twee mannen, de engelen, gingen toen toch maar met hem mee. Ze wasten hun voeten en Lot maakte voor hen een maaltijd, compleet met ongezuurde broden. Toen de mannen hadden gegeten, wilden ze wel graag gaan slapen.

Maar toen het nacht werd, was het niet rustig op straat. Alle mannen van Sodom, jong en oud, waren naar het huis van Lot gegaan en ze schreeuwden heel hard. Ze schreeuwden naar Lot: “Waar zijn die mannen die vannacht bij jou zijn gekomen? Breng ze naar buiten! Dan zullen wij ze eens een lesje leren!”

Lot ging naar buiten en deed de deur snel dicht. Hij riep tegen de mannen van Sodom: “Het zijn mijn gasten, zoiets kunnen jullie echt niet doen. Deze mannen moet ik beschermen en jullie moeten ze met rust laten”. De mannen van Sodom werden woedend en riepen tegen Lot: “Ga aan de kant jij. Jij bent maar een vreemde in onze stad, dus je hebt hier niks te zeggen. Wacht maar, we zullen jou eerst es even een lesje leren en dat zal nog erger zijn dan wat we die twee mannen zullen aandoen!” Ze kwamen dreigend op Lot af en wilden de deur openbreken.

Maar de twee engelen trokken Lot snel naar binnen en gooiden de deur dicht. En toen zorgden ze ervoor dat de slechte mannen van Sodom de deur niet meer konden vinden, hoe goed ze ook zochten. Het was net alsof ze blind waren.

De twee engelen zeiden tegen Lot: “Je moet nu alle mensen die bij jou horen, ophalen en meenemen, de stad uit. De kust is nu veilig, want alle mensen in Sodom zijn nu verblind, dus ze kunnen je nu niet zien. Breng je familie nu bij elkaar, nu het nog kan. Want de mensen hier zijn vreselijk slecht en de Heer zal de stad vernietigen.”

Toen ging Lot naar de mannen die met zijn dochters zouden trouwen, zijn schoonzonen en zei: “Kom mee, vlucht de stad uit, want de Heer gaat de stad verwoesten.” Maar zij lachten Lot uit, ze geloofden er niks van.

Het begon al bijna licht te worden en de engelen zeiden tegen Lot: “Toe, schiet op, ga snel de stad uit. Neem je vrouw en je twee dochters mee en vlucht. Nu! Want de stad zal verwoest worden. Als je nu gaat, zullen jullie niet gedood worden”.

Maar Lot twijfelde toch nog. Zal het echt waar zijn? Zal Sodom helemaal verwoest worden? En zijn huis dan, en zijn dieren… Moeten ze dat allemaal achterlaten? Toen grepen de engelen Lot, zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand en trokken ze mee, de stad uit. Want alleen Lot was een onschuldige man van Sodom en daarom wilde de Heer Lot en zijn gezin redden.

Zodra ze buiten de stad waren, zei de Heer: “Ren voor je leven! Kijk beslist niet achterom, want dat kost je je leven. Vlucht, haast je, schiet op! Want ik kan Sodom niet verwoesten voordat jullie daar zijn aangekomen.”

En ze renden weg, weg van Sodom. Lot en zijn dochters luisterden goed naar God en zij durfden niet om te kijken. Maar de vrouw van Lot, o nee… zij keek wel om. Zij wilde eigenlijk niet weg uit Sodom, ze dacht aan haar huis en al haar spullen en daarom keek ze toch nog een keertje om. Meteen werd ze gestraft, ze werd veranderd in een zoutpilaar. Wat erg. Zij werd niet gered.

Lot en zijn dochters moesten wel door rennen en de zon ging net op toen zij in het stadje Zoar aankwamen. Toen liet de Heer vuur uit de hemel neerkomen op Sodom en ook op de stad Gomorra. Hij verwoestte de steden en ook de gebieden daaromheen. Alles stond in brand en alles wat daar leefde, ging dood.

We weten door dit verhaal dat God de mensen die naar Hem luisteren, de mensen die eerlijk zijn en die God willen kennen, zal redden.


Kijken

https://youtu.be/Ft-HESaf9Oc