bijbel

Abraham deel 10

Luisteren

Kinderbijbel
Kinderbijbel
Abraham deel 10
Loading
/

Lezen

Weet je nog dat God aan Sara beloofde dat ze binnen een jaar een zoon zou krijgen? En dat Sara toen zo moest lachen? Ze geloofde het niet hè? Ze dacht dat ze al veel te oud was om zwanger te worden. Maar natuurlijk was het wel echt waar, want God had het toch beloofd?
met dank aan: gospelimages.nl

En dus gebeurde het ook. Sarah werd zwanger. Abraham en Sara kregen een zoon. Abraham was toen 100 jaar en Sara al 90. Ze noemden hun zoontje Izak, want God had gezegd dat hij zo zou moeten heten.

Weet je nog wat de naam Izak betekent? Vast wel. Het betekent: ‘Hij lacht’. Waarom? Omdat Abraham en Sara allebei hadden gelachen toen God zijn belofte deed, toen Hij beloofde dat ze een zoon zouden krijgen. Ze lachten toen uit ongeloof.

Maar nu? Nu lachten Abraham en Sara van geluk. Ze hadden eindelijk hun beloofde zoon. En dat terwijl ze al zo oud waren. Wat geweldig hè? Ze waren zo ontzettend blij!

Toen Izak 8 dagen oud was, werd hij door Abraham besneden. En toen hij zo groot was dat hij geen moedermelk meer nodig had, geen borstvoeding, mocht hij normaal eten. Vast voedsel. Abraham wilde dat groot vieren, want zijn zoon was nu al zo groot en daarom maakte hij een grote maaltijd. Het was feest, iedereen was blij. Vooral Abraham en Sara natuurlijk, heel erg blij.

Maar twee mensen waren niet zo blij. Dat waren Hagar en Ismaël, zij waren helemaal niet blij met Izak. Ze waren jaloers. Jaloers omdat Izak nu alle aandacht kreeg. Hij zou later ook de erfenis krijgen. Hagar vond dat niet eerlijk, want Ismaël was toch ook de zoon van Abraham? En hij was er eerder dan Izak. Maar zoals heel vaak in de Bijbel ging ook nu de tweede zoon voor de eerste. God had Zijn verbond met Izak gesloten en niet met Ismaël.

Ismaël was al een grote jonge man geworden en op het feest voor Izak deed hij heel erg flauw en Izak werd steeds door hem uitgelachen. Sara werd daar erg boos van en ze zei tegen Abraham: “Stuur die slavin Hagar weg met haar zoon. Ik wil niet dat mijn zoon Izak later de erfenis moet delen met dat kind van haar, die Ismaël. Dat mag niet gebeuren.”

Abraham werd daar niet blij van. Ismaël was toch ook zijn zoon, die kon hij toch niet zomaar wegsturen? Maar God zei: “Maak je geen zorgen over Ismaël. Je moet doen wat Sara zegt. Alleen de kinderen van Izak zijn later jouw familie, jouw echte nakomelingen. Maar omdat Ismaël ook een zoon van jou is, zal ik ervoor zorgen dat er later ook een volk van Ismaël zal zijn”. Abraham werd er nog steeds niet vrolijk van, maar hij deed wat God gezegd had, hij stuurde Hagar en Ismaël weg. Hij gaf ze brood en water mee.

Daar liepen Hagar en Ismaël. Op zoek naar een nieuw thuis. Maar waar? Hagar koos ervoor om naar het zuiden te lopen, in de richting van Egypte. Maar de weg was zo lang en de woestijn is groot. De zon brandde op hun hoofd. Het was een hele zware tocht. Ze namen steeds kleine slokjes water uit de waterzak die Abraham had meegegeven. Tot het op was. O, o, o, ze liepen nog steeds in de woestijn, ze waren verdwaald en ze hadden geen water meer. Er was ook nergens een put te vinden. Dat was niet lang vol te houden. Hagar keek naar Ismaël. Hij hield het niet meer vol. Hagar legde Ismaël onder een struik en zelf ging ze een eindje verderop zitten. Ze wilde niet zien hoe haar kind zou sterven van de dorst. Ze begon te huilen.

Maar God hoorde de stem van Ismaël, Ismaël had Hem geroepen. En Hij stuurde een Engel naar Hagar om te vertellen dat ze naar Ismaël moest teruggaan. Hij zei: “Help Ismaël overeind en houd hem goed vast. Ismaël zal zeker niet sterven. Hij zal kinderen krijgen en uit hem zal een groot volk komen.” Hagar keek op en ze droogde haar tranen. Toen zag ze opeens een put. Het was net alsof de Heer haar de put zelf had aangewezen. Gelukkig! Zo snel als ze kon rende ze naar de put om de waterzak te vullen en toen liep ze snel naar haar zoon. Ze riep: “Ismaël, kijk, ik heb water gevonden!!” Ze hielp Ismaël overeind en gaf hem te drinken. Daar werd Ismaël snel weer een stuk fitter van. Gelukkig!

Toen Ismaël genoeg had gedronken nam Hagar zelf ook genoeg water en daarna vulde ze de waterzak nog een keertje bij de put. Zo, nu konden ze verder. Ze hadden het overleefd. Ze gingen wonen in de woestijn van Paran en Ismaël werd jager. Hagar koos voor hem een Egyptische vrouw uit om mee te trouwen.

Het ging goed met hem, daar zorgde God wel voor, want dat had Hij beloofd.


Kijken